Python Virtual Environment: Wat is het, en hoe maak je een virtuele omgeving?

In python maken ontwikkelaars vaak gebruik van een virtuele omgeving. Het is zelfs een van de belangrijkste tools voor een developer, en het word aangeraden om voor elk project een virtuele omgeving aan te maken. Maar wat is nou precies een virtuele omgeving, waarom word het gebruikt, en hoe kan je er zelf een aanmaken binnen je project?

Wat is een virtuele omgeving?

Een virtuele omgeving is een structuur waarin alle installaties van je project bewaard worden. Het is een soort ontkoppeling en isolatie van je pakketten op je globale computer, en de pakketten die je gebruikt hebt gedurende de ontwikkeling van dat project. Dit is handig omdat het je in staat stelt om verschillende versies van software te gebruiken in verschillende projecten. Ik kan bijvoorbeeld Python 3.5 gebruiken voor project 1, en Python 3.8 voor project twee. Waarom kan dit normaal dan niet? Je kan maar een versie van elke software op je computer hebben. Wanneer je er meerdere hebt worden die in dezelfde folder opgeslagen, en Python kan in dat geval niet de juiste versie onderscheiden. Dit kan zorgen voor problemen. Door het gebruik van een virtuele omgeving kan je per project een versie gebruiken, wat het ideaal maakt voor developers die verschillende versies van dezelfde software willen gebruiken.

Het aanmaken van een virtual environment

We gaan nu een Virtual Environment aanmaken. Ik gebruik zelf Visual Studio Code, de commands voor andere code editors zullen hetzelfde zijn als in dit voorbeeld. Eerst moeten we controleren of we pip hebben geïnstalleerd. Dit zal in de meest gevallen zo zijn, maar het is toch handig om dit te controleren. Typ het volgende commando in je terminal:

python -m pip -V

Als je nu een versie te zien krijgt wil dat zeggen dat pip geinstalleerd is. Is dit niet geval, installeer dan eerst pip. Nu is het belangrijk dat we in staat zijn om een virtual environment aan te maken. Hiervoor dienen we een installatie uit te voeren:

python -m pip install virtualenv

Vervolgens kan je een virtual environment aanmaken. Dit doet je door het volgende commando in te typen in de terminal.

python -m virtualenv venv

Hierbij is venv de naam van je environment. Deze naam kan je opnieuw zelf verzinnen. Je kan je environment activeren door het volgende commando in te typen in je editor. Hierbij is venv de naam van je environment. Als je dus zelf een andere naam hebt gekozen typ je die naam in.

venv/scripts/activate

Klaar voor gebruik

Na het laatste commando zal je zien dat de naam van je virtual environment links van je folder pad staat. Nu weet je dus dat je aan het werken bent in je virtuele omgeving. Zorg ervoor dat je altijd venv/scripts/activate gebruikt wanneer je weer doorgaat met je project.